Lector biobased bouwen Frank Huijben: 'Deze vorm van bouwen is een middel en geen doel op zich'
Regio West-Brabant (RWB) en partners stimuleren biobased bouwen in West-Brabant. Dit gebeurt door bewustwording, kennisdeling en het organiseren van ontmoetingen. Biobased bouwen vraagt om samenwerkingen vanuit de hele keten. Zoals woningcorporaties, bouwbedrijven, agrariërs en het onderwijs. Frank Huijben, lector bij MNEXT (Centre of Expertise voor de materiaal- en energietransitie bij Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences), vertelt meer over zijn lectoraat Biobased Bouwen.
"Ik ben me ervan bewust dat biobased bouwen soms een soort bubbel is", begint Frank Huijben. "Vanuit het onderwijs zie ik dat er een grote groep enthousiaste docenten en studenten is die hier iedere dag mee bezig zijn. Maar aan de andere kant zijn er nog steeds bouwbedrijven die niet bekend zijn met het fenomeen." Volgens Huijben ligt er daarom een taak bij het onderwijs om meer bekendheid aan biobased bouwen te geven. Daarnaast helpt het als de overheid middelen beschikbaar maakt of wet- en regelgeving opstelt om innovatie mogelijk te maken.
Hij kijkt positief naar de ontwikkelingen. "Sinds november 2023 is er al veel veranderd", geeft Huijben aan. In die maand bracht de Rijksoverheid de Nationale Aanpak Biobased Bouwen uit. In dit rapport staan doelen, activiteiten en organisatie die nodig zijn om de markt voor biogrondstoffen in de bouw snel op te schalen. Huijben: "Er zijn sindsdien steeds meer bedrijven die willen innoveren met de focus op biobased bouwen en die contact met ons lectoraat opnemen om praktijkgericht onderzoek te doen met het hoger beroepsonderwijs. Dit zijn zowel bouwbedrijven als producenten van bouwmaterialen, maar ook overheden en belangenorganisaties. Dat lijkt mij een goede ontwikkeling."
Toegepaste technische innovatie
"Biobased bouwen is in mijn ogen geen op zichzelf staand doel. Het moet een middel zijn. Het doel is om te werken aan een gezonde, volhoudbare gebouwde omgeving. Waar biobased bouwen een onderdeel van is, op basis van materialen die hernieuwbaar zijn en geen schade aanbrengen aan mens en natuur", legt Huijben uit. Het lectoraat van MNEXT helpt daarbij door met toegepaste kennis bedrijven en studenten voor te bereiden op een veranderend werkveld. Het lectoraat doet onderzoek naar technische innovatie in de bouwsector met studenten en bedrijven, gaat hij verder. "Dat gebeurt vrij natuurlijk en werkt in twee richtingen. Bedrijven kloppen bij ons lectoraat aan met vraagstukken en onze studenten nemen opgedane kennis mee naar bedrijven mee als zij afgestudeerd zijn."
MNEXT brengt ook studenten van verschillende opleidingen binnen Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences samen. Zo werken studenten bouwkunde samen met bijvoorbeeld studenten milieukunde en civiele techniek, of andere opleidingen aan opdrachten. De kennis van de ene opleiding wordt zo gelinkt aan de kennis van andere opleidingen. De verbinding van onderwijs met het werkveld en onderzoekers staat daarbij centraal. Het oplossen van grote maatschappelijke vraagstukken vraagt immers om een benadering vanuit meerdere invalshoeken en vakgebieden.
Sterke schimmel
Op dit moment lopen er meerdere onderzoeksprojecten op het gebied van biobased bouwen. Een goed voorbeeld is het onderzoek naar de toepassing van mycelium in de bouw, dat al sinds 2016 loopt. Mycelium is het netwerk van schimmeldraden dat onder de grond groeit en waarvan paddenstoelen de vruchten zijn. Het lectoraat onderzoekt met bedrijven en studenten de verschillende toepassingsmogelijkheden ervan. Wat blijkt: van mycelium kun je naast een boel andere producten ook uitstekend plaat- of isolatiemateriaal voor de bouwsector maken. Het is een volledig natuurlijk materiaal volgens Huijben, en wordt opgekweekt met resten uit de agro-industrie, zoals stro, tot een stevige vorm en kan daarna bijvoorbeeld worden geperst tot platen.
Er is volgens hem al veel kennis en ervaring opgedaan met dit materiaal, al zijn er nog veel vraagtekens. "Zo zijn met name het gedrag van het materiaal in een gebouw, de levensduur en de End of Life-mogelijkheden nog niet volledig bekend. Ook zijn er al bouwbedrijven mee in een experimenterende fase en opschalingsfase, maar daarbij is het uitbreiden van productiecapaciteit een belangrijke volgende stap. Juist op dit soort gebieden is dus nog onderzoek nodig."
Mycelium kan als grondstof dienen voor plaatmateriaal, zoals op dit voorbeeld. Bron: MNEXT/Avans.
Verandering in keten
Maar dit soort onderzoeken en toepassingen gaan nu eenmaal niet zo snel, vertelt Huijben. "Het bekende verhaal geldt: wet- en regelgeving, garanties, kosten, doorberekeningen, veiligheid zijn allemaal onderdelen die in orde moeten zijn voordat een product op de markt komt." Een proces dat langzaam is en tijd kost. Al kan het helpen als de overheid, net als in 2023, stimulerende maatregelen doorvoert. Kijkt Huijben vooruit in de tijd, dan verwacht hij dat over een jaar of tien mensen terugkijken en zich achter de oren krabben. "Dat ze denken: waarom hebben wij altijd op die manier gewerkt, waarom hebben we niet eerder voor bepaalde materialen gekozen?"
Gezond bouwen
Er is nog een ander interessant aspect aan het bouwen met natuurlijke materialen, gaat Huijben verder. "Naast een gunstige invloed op het milieu, heeft het positieve invloed op ons welzijn. Ook daar wordt momenteel onderzoek naar gedaan." Als voorbeeld neemt hij damp-open gevelsystemen waar geen (plastic)folie in verwerkt is en wat van natuurlijke materialen zoals hout, leem, vezelhennep of vlas is gemaakt. Hierdoor kan een huis als het ware 'ademen' en temperatuurschommelingen opvangen. "We willen vaak na een paar uur werken op kantoor of school even een frisse neus halen. We vinden het niet prettig om de hele dag binnen te zitten. Gebouwen zijn tegenwoordig vaak zó onnatuurlijk gemaakt, dat we ons letterlijk onwel gaan voelen", merkt Huijben op. "Het is bekend dat mensen die een tijdje in een gebouw met biobased materialen verblijven, zich echt anders en beter voelen dan wanneer zij in een gangbaar gebouw zijn."
Na de bouw
Slopen of demonteren zijn net zo goed onderdeel van biobased bouwen. Er is volgens Huijben steeds meer aandacht en onderzoek naar de End of life-fase: wat gebeurt er met dit bouwmateriaal? Materialen als hout, vezelhennep en vlas kun je idealiter als voeding voor nieuwe bouwmaterialen zien. Maar, zo voegt hij toe, veel van deze materialen zijn chemisch behandeld, wat nadelig voor de gezondheid is en ertoe leidt dat het enkel nog kan worden verbrand om bijvoorbeeld elektriciteit op te wekken.
"We richten ons met het lectoraat ook op de toekomst: hoe ontwerp je materialen die aan het einde van hun gebruikstijd niet als afval hoeven te worden bestempeld? Ook niet na enkele keren recyclen." Daarom is het volgens hem goed om nu al na te denken over functies van een gebouw. Dat brengt ons weer terug bij: biobased bouwen moet daarbij het middel zijn: "Het mooiste is dat je een gebouw zelf als onuitputtelijke grondstof kunt zien, waarin we fijn en gezond kunnen leven, leren en creëren", aldus Huijben.
Meer informatie
Biobased (ver)bouwen is onderdeel van een circulaire en plantbased economie in de regio. Het draagt bovendien bij aan de Co2-opslag en het beperken van de stikstofuitstoot. RWB werkt samen met partners uit het onderwijs, bedrijfsleven, gemeenten en de provincie Noord-Brabant in het stimuleren en faciliteren van biobased bouwen in West-Brabant. Biobased bouwen komt daarnaast terug in projecten voor de Regio Deal West-Brabant.
Heb je interesse over dit onderwerp. Neem dan contact op met Transitiemaker Mark Kok (mark.kok@west-brabant.eu). Bekijk ook de website van Building Balance, de organisatie die namens Rijksoverheid en de provincie Noord-Brabant de overstap naar biobased bouwen aanjaagt. Building Balance ontvangt subsidie van de provincie Noord-Brabant.