27 mei 2021

Themacafé Sterke Steden onderstreept belang ruimtelijke samenwerking in West-Brabant

Themacafé Sterke Steden onderstreept belang ruimtelijke samenwerking in West-Brabant

Wat is de 15 minuten stad? Hoe kunnen de vijf West-Brabantse steden Bergen op Zoom, Roosendaal, Etten-Leur, Breda en Oosterhout elkaar aanvullen? En hoe creëer je een zo'n aantrekkelijk mogelijke leefomgeving? Dit alles stond centraal tijdens het RWB Themacafé Sterke Steden op 26 mei. Een interessant tafelgesprek met inhoudelijke dialogen en discussies door experts op gebied van ruimte en stedelijke ontwikkeling.

Gespreksleider Paul Gerretsen trapte de avond af, met aan tafel wethouders Ger De Weert (Etten-Leur), Patrick van der Velden (Bergen op Zoom), directeur en ruimtelijk strateeg Sjors de Vries van bureau RUIMTEVOLK en Marnix de Vos van BVR Adviseurs. De position paper Sterke Steden stond in het middelpunt. Dit document dat de gemeenten, samen met Regio West-Brabant, door BVR Adviseurs op lieten stellen is de leidraad voor Sterke Steden. Het document onderstreept het belang van de samenwerking tussen de vijf steden en het aanvullen en benutten van elkaars krachten. Ook in samenhang met een vitaal buitengebied rondom die steden, waarin stad en buitengebied elkaar versterken.

Samenwerking

In gesprek met de tafelgasten, kwamen verschillende onderwerpen aan bod. Van der Velden benadrukte het belang van die samenwerking: "Als we als stad allemaal op ons eilandje blijven zitten, dan komen we niet ver. Wij hebben elkaar als vijf steden nodig. Op sommige punten zijn steden te klein voor het tafellaken, te groot voor het servet.” Zo noemde hij thema's als onderwijs, zorg of wonen waarin de West-Brabantse steden elkaar juist moeten ondersteunen en elkaar aanvullen. Eric Ronnes, gedeputeerde Ruimte en Wonen van de provincie Noord-Brabant, schoof ondertussen (online) aan voor zijn visie op de position paper. "West-Brabant is een prachtige, krachtige regio die zich positief neerzet naar buiten toe." Echter blijft het volgens hem belangrijk om als regio te weten waar je naartoe wil. "Dat verhaal helder krijgen op basis van een regionale agenda speelt je in de kijker bij het Rijk en provincie.” Iets wat dankzij de position paper gelukt is.

Verder wees hij op het belang van regionale samenwerking. "In het verleden zagen we dat steden die dichtbij elkaar lagen, elkaar eerder als concurrentie dan als versterkend zagen. Samenwerking brengt daar verschil in. Gemeenten denken nu bewuster na over: ‘Welke rol vervul ik in dit plaatje?’ en waarin kan ik of de ander elkaar versterken."

Sterke Steden in de praktijk

Gespreksleider Gerretsen vroeg zich vervolgens af wat de West-Brabantse burger van deze plannen uiteindelijk merkt. De Vos reageerde als eerst: "Mensen willen graag ‘gewoon’ een fijne woonplek hebben, veel groen, werk dichtbij en een mooi huis. Maar wat als je dat niet hebt? Energie die we in de plannen van de paper inzetten is ook om die woonkwaliteit te behouden."

Ook wethouder De Weert wil graag een versnelling in de uitvoering, maar wel over meerdere jaren. "We nemen graag de Regionale Investeringsagenda (RIA) als voorbeeld. Op dit moment is die er al in Breda en Bergen op Zoom en Roosendaal. Daar zit behoorlijk veel ambitie en realisme in."

Lange termijn

De Weert benoemde de ontwikkeling van Rotterdam-Zuid als voorbeeld. Een 20-jarenplan om dit stadsdeel op te knappen. De Weert: "Ik zie er wel wat in om zo’n soort langetermijnplan ook in West-Brabant aan te houden. Niet dat we binnen vier jaar weer rond de tafel moeten. Houd die horizon breed." De Vries was daar het mee eens, maar wees op het belang van burgerparticipatie. "Gemeenten moeten bij ruimtelijke plannen investeren aan tijd aan de voorkant. Neem de burger mee in de processen. Nodig ze uit voor bijeenkomsten." Daarnaast wees hij op het meenemen van Sterke Steden op de sociaal-economische agenda. "Monitoring is eveneens belangrijk, misschien ook wat spannend. Maak heldere doelen, zodat je jaarlijks bijvoorbeeld het gesprek kunt voeren over je doelen en ambities of waar het mogelijk knelt."

Open atelier

Tot slot worp De Vos nog een balletje op. Als stedenbouwkundige is hij altijd benieuwd naar
de uitwerking van plannen. "Je moet wel durven doorzetten. En daar horen niet alleen bestuurders en ambtenaren bij." Hij stelde een 'Atelier Sterke Steden voor': "Een open setting op locatie, waarin niet alleen op bestuurlijk niveau wordt gepraat, maar waar ook geïnspireerd en plannen ontworpen worden", aldus De Vos. "Zo kun je ook burgers direct uitnodigen."

Meer weten over de position paper? Het gehele document is hieronder in te zien en te downloaden.

Gerelateerd nieuws